Een mooi en algemeen vogeltje dat in bijna iedere tuin wel eens komt kijken. Ze hebben een eigen territorium dat ze fel verdedigen tegen soortgenoten. Hun oranje borst gebruiken ze om elkaar te imponeren. Grote kans dus dat je steeds hetzelfde exemplaar ziet.
In de winter kan het wel zijn dat hetzelfde territorium wordt bezet door een ander roodborstje dan ’s zomers. Het ‘zomer’ roodborstje is dan weggetrokken naar het zuiden. En in de winter komen er vogeltjes uit het noorden waar de winters een stuk kouder zijn en voedsel moeilijk te vinden is.
Roodborstje tikt tegen 't raam, tin, tin, tin
laat mij erin, laat mij erin.
't Is hier te guur en te koud naar mijn zin
laat mij erin, tin, tin, tin.
Het kinderliedje (Jan Goeverneur 1809-1889) suggereert dat het vogeltje naar binnen wil. Maar tegen een raam tikken doen ze omdat ze hun spiegelbeeld aanzien voor een concurrent en die moet weg!
Dat levert stress op. Door wat tegen de buitenkant van het raam te plakken zodat het niet meer spiegelt, stopt het gedrag.
De Nederlandse naam is erg voor de hand liggend. De wetenschappelijke naam Erithacus rubecula, wat minder. De soortaanduiding rubecela slaat op 'rubi'. Rubi is Latijn voor struik. Dat past wel bij het roodborstje dat zich graag in en onder struiken ophoudt. Wellicht komt het daar vandaan. Waar Erithacus vandaan komt is een raadseltje dat nog moet worden opgelost.
TIP!!
U kunt roodborsten helpen om de winter door te komen met gedroogde meelwormen, ongekookte havermout of een zadenmix.
